U bent hier:

De geschiedenis van de kroongetuigeregeling

Honderden slachtoffers, miljarden euro’s omzet en een geheimhoudplicht zijn enkele kenmerken van de onderwereld. Al decennialang voert justitie een oorlog tegen georganiseerde misdaad. Het wordt ze lastig gemaakt door criminele machtsposities en een door de criminelen gehandhaafde zwijgplicht, maar soms wordt deze omerta doorbroken. Bij veel grote strafrechtzaken wordt in Nederland tegenwoordig de kroongetuige ingezet. Een kroongetuige is een verdachte of veroordeelde die bereid is een verklaring af te leggen tegen een andere verdachte in ruil voor toezeggingen van het Openbaar Ministerie.

De oorsprong van de kroongetuige

De samenwerking tussen criminelen, politie en justitie gaat al jaren terug. In 1764 schreef Cesare Beccaria over rechtbanken die straffeloosheid aanbieden aan medeplegers van strafbare feiten als ze hun mededaders verraden. De reden dat hiervoor werd gekozen door justitie is vergelijkbaar met de reden die justitie hedendaags heeft. De kroongetuigeregeling gaf justitie de mogelijkheid om de geheimhouding van betrokkenheid tegen te kunnen werken. Ook waren de opties tot het doen van onderzoek naar delicten destijds enorm gelimiteerd. Een DNA- of sporenonderzoek kenden ze natuurlijk niet. Opvallend is dat met het ontstaan van een gevestigde en stabiele politieorganisatie de kroongetuige naar de achtergrond is verdwenen in Europa. Vrij recentelijk, de jaren zeventig en tachtig, komt er weer aandacht voor de kroongetuigen. De toenemende dreiging van terrorisme, drugshandel en georganiseerde misdaad eisen meer onorthodoxe opsporingsmethoden.

De vastlegging van de wetgeving rondom kroongetuigen in Nederland

In de winter van 1994 trad de Wet getuigenbescherming in werking. Het doel van deze wet is het regelen van de bescherming van getuigen en de bruikbaarheid van hun afgelegde verklaringen als wettige bewijsmiddelen. In het Wetboek van Strafvordering zijn regelingen te vinden omtrent het anoniem horen van getuigen. Artikel 190 Sv werd aangevuld met de mogelijkheid om beperkte anonimiteit aan getuigen toe te kennen. Hier kan gebruik van worden gemaakt als een verdachte vrees heeft vermoord te worden wanneer zijn identiteit bekend is na het afleggen van een verklaring. Ook in de artikelen 226a tot en met 226f Sv zijn regelingen opgenomen voor bedreigde getuigen. Deze artikelen regelen onder andere wanneer sprake is van een ‘bedreigde getuige’ en wat de gevolgen hiervan zullen zijn.

De kroongetuige in spraakmakende zaken

Waar enkele jaren geleden de kroongetuige een term was die vooral bekend was bij mensen die juridisch geëngageerd waren, is het ondertussen een algemeen bekend begrip geworden. Spraakmakende zaken, zoals Marengo, Eris en Passage worden door veel Nederlanders op de voet gevolgd. Tijdens Passage, de zaak tegen onder anderen Willem Holleeder, zijn veel mensen voor het eerst geconfronteerd met de kroongetuige. In het verloop van het proces tegen Willem Holleeder zijn meerdere kroongetuigen naar voren gekomen. Zo zijn Fred Ros en Peter la Serpe bekende namen, maar ook oud-advocaat Bram Zeegers was een kroongetuige. Het Marengo-proces is ten tijde van het schrijven van dit artikel nog lang niet tot een ontknoping gekomen en over de positie van de kroongetuige is dan ook nog veel te doen. Nabil B., die zich enkele jaren geleden door de politie liet oppakken om zo te kunnen getuigen, ligt als kroongetuige regelmatig in de knel met het Openbaar Ministerie. Zo hebben hij en zijn familie kritiek op de bescherming die door het OM is geboden, nadat bekend werd dat B. kroongetuige werd. In het Eris-proces, dat nauwe verbanden heeft met het Marengo-proces, verklaarde kroongetuige Tony de G. dat te biecht gaan zijn enige uitweg was. Door een combinatie van spijt, wroeging en angst zegt hij overgestapt te zijn naar justitie. Door de verklaringen van De G. worden de kopstukken van motorclub Caloh Wagoh verdacht van betrokkenheid bij de moord op drugscrimineel Jair Wessels.

Kritiek op de kroongetuige

De kroongetuigeregeling kan voor het onderzoek enorm van belang zijn en zaken doen oplossen, maar toch is er ook reden voor kritiek. Uit de Onderzoeksraad voor Veiligheid blijkt uit een kritisch rapport over het verloop van de kroongetuigeregeling in het Marengo-proces dat de regie versnipperd raakt. Dit is een gevolg van veel instanties die samenwerken om de voortgang van het onderzoek en de beveiliging van de kroongetuige te regelen. De Onderzoeksraad voor Veiligheid concludeert dat de regie bij één instantie terecht moet komen. Ook is er vanuit de maatschappij en de advocatuur kritiek op de bescherming die justitie biedt aan kroongetuigen en hun naasten. In het Marengo-proces zijn inmiddels meerdere personen geliquideerd die een nauwe band hadden met de kroongetuige. Verder wordt ook kritiek gegeven op de regeling op zich. Voor velen is het onbegrijpelijk dat criminelen een beloning kunnen krijgen voor het geven van verklaringen, omdat ze dingen opzettelijk kunnen verdraaien of verzwijgen. In de politiek wordt momenteel ook gesproken over de kroongetuigeregeling. Volgens D66, PvdA, SP, GroenLinks en Denk moet eerst gewerkt worden aan een goede ‘basis’.

Conclusie

De kroongetuigeregeling is een controversieel onderwerp in het Nederlandse strafrecht. Enerzijds zijn ze erg goed in te zetten om onderzoeken te bevorderen, maar anderzijds is er ook reden voor kritiek. Kortom, de kroongetuigeregeling blijft een belangrijk onderdeel van het Nederlandse strafrechtelijke systeem en het is van belang dat er kritisch gekeken wordt naar de beste invulling van het systeem.

 

Bronnen:

https://www.om.nl/documenten/vragen-en-antwoorden/wat-is-een-kroongetuige

https://eenvandaag.avrotros.nl/item/deze-vier-kroongetuigen-legden-een-biecht-af-over-hun-criminele-vrienden/

https://nos.nl/artikel/2466396-kamerleden-voorlopig-geen-nieuwe-deals-met-kroongetuigen

https://nos.nl/collectie/13809/video/2465706-de-belangrijkste-kritiek-van-de-onderzoeksraad-de-regie-is-versnipperd