Recentelijk is er in de media veel aandacht geschonken aan een filmpje op Dumpert, waarin een incident te zien is dat plaats vond op het Kennemer College in Heemskerk. Het incident betrof onderwijsassistent Gerrit Keeman, die een leerling in zijn nekvel greep. Deze leerling had daarvoor met een kruk gegooid en Keeman’s moeder uitgescholden. Het Kennemer College besloot vervolgens om Keeman te schorsen. Sinds de schorsing heeft Keeman zowel steunbetuigingen als beschuldigingen ontvangen, aangezien de meningen over het ingrijpen erg verdeeld zijn. Was het acceptabel om de leerling die zich misdroeg in zijn nek te grijpen?
Juridisch kader
Hoe brengt de wet een handelen, zoals dat van Keeman, onder woorden? Keeman’s handelen zou inbreuk kunnen hebben gemaakt op een grondrecht; het recht op lichamelijke integriteit (art. 11 GW). Vanuit een strafrechtelijk perspectief zou men al snel kunnen denken aan mishandeling (art. 300 Sr), maar is daar hier wel sprake van? De wet biedt hier relatief weinig houvast, maar de rechtspraak wel. De situatie in casu lijkt namelijk sterk op een situatie die zich een aantal jaren geleden voordeed op het Wellantcollege in Ottoland. Het ging hier om een leraar die tijdens een excursie een leerling die niet luisterde (na meerdere waarschuwing te hebben gegeven) in zijn nek greep. De school achtte dit handelen buitenproportioneel en ontsloeg de leraar, die vervolgens naar de kantonrechter stapte. De kantonrechter stelde dat “Bij een stevige grip, bedoeld om de leerling te laten meewerken, gecombineerd met tegenstribbelende bewegingen van de leerling, drukplekken op het lijf van de leerling kunnen ontstaan”, maar dat dit “niet maakt dat er sprake is van buitensporig geweld.” Hierbij achtte de rechter voornamelijk van belang dat de leerling tegenstribbelde. Hoewel het hier om een arbeidsrechtelijke zaak ging, betekent dit dat een strafrechter hoogstwaarschijnlijk ook een negatief antwoord zou geven op de vraag of het handelen van de leraar als mishandeling is te classificeren. Dit betekent dat in het geval van Keeman, de rechter waarschijnlijk ook geen mishandeling aan zou nemen en het grijpen in het nekvel als acceptabel zou beschouwen, zolang de leerling maar tegenstribbelde. De leerling deed dit wel degelijk; uit het filmpje en verklaringen van betrokkenen wordt duidelijk dat de leerling weigerde op een vreedzame manier de situatie te verlaten. Ook is op het filmpje te zien hoe de leerling zich uit Keeman’s greep los trekt.
Morele normen en waarden
Een incident zoals dit moet echter vanuit een breder perspectief, dan een uitsluitend juridische, worden beschouwd. Een leraar is namelijk ook onderworpen aan morele normen en waarden. Deze plakken vast aan de functie van leraar. Een leraar moet, aangezien hij vanwege zijn functie veel met kinderen om moet gaan en kinderen vaak extra bescherming genieten door hun zwakkere maatschappelijke en fysieke positie, een grote mate van zorgvuldigheid in acht nemen. Ouders willen zeker weten dat een leraar op correcte wijze met hun kinderen omgaat. Of het handelen van Keeman aan deze verwachtingen voldoet, is voor discussie vatbaar. Waar sommige ouders een dergelijk (hardhandige) wijze van socialisatie acceptabel vinden, zijn andere ouders hier fel op tegen. Vanuit een moreel perspectief is er dus geen duidelijk antwoord op de vraag of Keeman’s handelen acceptabel was.
Acceptabel?
Al met al kan dus vrij zeker worden gezegd dat het handelen van Keeman niet in strijd was met strafrechtelijke normen. Of het handelen van Keeman hiernaast moreel acceptabel is, is voor discussie vatbaar. Gelukkig hebben we een moderne waakhond gevonden in Dumpert.nl om dit soort vragen aan de orde te stellen.