Het politiegeweld bij de coronaprotesten
De politie moest op 14 maart 2021 hard ingrijpen nadat een uit de hand gelopen coronaprotest op het Malieveld in Den Haag werd ontbonden op bevel van de burgemeester. De politie werd gedwongen tot ontruiming van het veld omdat demonstranten niet weg wilden gaan. Bij deze ontruiming is geweld aan te pas gekomen.Volgens het Openbaar Ministerie was het meeste geweld hier rechtmatig. Dit is echter niet het geval voor het geweld dat de politie heeft gebruikt tegen een man die met een startkabel zwaaide en deze niet wilde laten vallen. Deze man rende ook achter politiepaarden aan en gooide de startkabel uiteindelijk richting een ME’er. De man zou hierna door verschillende politieagenten en een ME’er zijn geschopt en geslagen, waaronder met een wapenstok. Ook zou hij zijn gebeten door een politiehond.
Gevolgen
Op dit laatste politieoptreden was Nils Melzer, de VN-rapporteur voor mensenrechten, zeer kritisch. Hij heeft hier een jaar later op gereageerd met een tweet, gericht aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. In deze tweet, met de videobeelden erbij, stelt hij dat dit “een van de walgelijkste voorbeelden van politiegeweld sinds George Floyd” is, waarbij hij een oproep doet om deze agenten en hun leidinggevenden te vervolgen wegens marteling. Hierbij maakt hij dus een vergelijking met de zaak uit de Verenigde Staten waarin een zwarte man bij zijn aanhouding in Minneapolis door een politieagent werd gedood.
De functie van de VN-rapporteur
Nils Melzer is speciaal VN-mensenrechtenrapporteur ten aanzien van marteling en inhumane behandeling, deze functie bestaat sinds 1984. Hij spreekt zich als speciaal rapporteur ‘Torture and Other Cruel, Inhuman or Degrading Treatment or Punishment’ uit over incidenten die hij als marteling ziet. Zo worden door middel van naming en shaming landen internationaal onder druk gezet om in actie te komen. Melzer kan alle landen in de wereld aanspreken op foltering. Dit mag hij achter de schermen doen, maar ook in het openbaar, zoals in dit geval is gebeurd. Een VN-rapporteur heeft dus de autoriteit om zaken aan te kaarten, maar niet om zaken te laten onderzoeken. Wel kan hij een rapport opstellen dat bij de VN-mensenrechtenraad terechtkomt. Hieraan zitten geen directe consequenties, maar de harde kritiek kan wel een reactie uitlokken en zorgen voor gezichtsverlies van de regering. Verder kan een mensenrechtenadviseur landen bezoeken om de feiten te onderzoeken, zo zal Nils Melzer in het voorjaar van dit jaar ook naar Nederland komen. Dit bezoek zal in het teken staan van het politiegeweld, wat volgens de VN-rapporteur een structureel probleem kan zijn.
Er was wel kritiek op de manier van werken van Melzer vanuit onder meer de politiebonden. Zo zou hij niet zorgvuldig te werk zijn gegaan en te snel conclusies hebben getrokken, aangezien de beelden uit vorig jaar maart dateren. Ook zou de bron van de beelden een Poolse, mogelijk racistische, radicaal-rechtse partij zijn. Daarnaast zou hij niet eerst contact hebben gehad met de Nederlandse autoriteiten, zoals het demissionaire kabinet, de politie of het Openbaar Ministerie. Op deze manier had hij er namelijk achter kunnen komen dat de twee agenten al worden vervolgd.
De VN-rapporteur heeft na de kritiek op zijn tweet laten weten dat hij bij zijn kritiek op de Nederlandse politie blijft, omdat hij bang voor geweldsescalatie is. Wel heeft hij erkend dat hij meer genuanceerde woorden had kunnen gebruiken.
Wanneer is politiegeweld toegestaan?
De politie heeft het geweldsmonopolie in Nederland. Dit houdt in dat zij ter uitvoering van haar taak, de handhaving van de rechtsorde, geweld mag gebruiken waar burgers dat niet mogen. De regels over politiegeweld zijn vastgelegd in mensenrechtenverdragen en standaarden. Deze regels over toepassing van politiegeweld zijn uitgewerkt in de Ambtsinstructie en de Politiewet in Nederland. Zo is de politie verplicht om te de-escaleren en moet zij eerst waarschuwen voordat ze overgaat tot geweld. Ook moet politiegeweld altijd een wettig doel dienen en moet het strikt noodzakelijk zijn. Heel belangrijk is ook dat politiegeweld altijd proportioneel moet zijn, het moet dus in verhouding staan tot het doel. Politiegeweld wordt altijd getoetst door de politie en eventueel door de Nationale ombudsman, het Openbaar Ministerie of de rechter. Als er niet aan de voorwaarden is voldaan, kan er sprake zijn van marteling en onmenselijke behandeling. Een voorbeeld hiervan is het slaan en schoppen van iemand die al onder controle is. Volgens Amnesty International komen martelingen niet vaak voor in Europese landen, maar als het gebeurt zou het voornamelijk gaan om politiegeweld. Buitenproportioneel of excessief politiegeweld zou dan kunnen leiden tot een schending van de mensenrechten van deze slachtoffers.
Conclusie
De politie is dus in bepaalde gevallen bevoegd om geweld te gebruiken. Echter, buitenproportioneel politiegeweld kan zorgen voor marteling. Volgens de VN-rapporteur Nils Melzer zou dat het geval zijn geweest bij het coronaprotest in maart 2021. De agenten die hierbij waren betrokken worden dan ook vervolgd, maar het is nog de vraag of er ook daadwerkelijk sprake was van strafbaar politiegeweld. Wel zou het gebruik van politiegeweld in Nederland volgens de mensenrechtenrapporteur een structureel probleem in het systeem zijn.
Bronnen
https://nos.nl/artikel/2412059-tweet-van-vn-rapporteur-is-niet-hoe-onderzoeker-te-werk-moet-gaan
https://www.ohchr.org/en/issues/torture/srtorture/pages/srtortureindex.aspx
https://www.nporadio1.nl/podcasts/de-dag
https://www.amnesty.nl/politiegeweld-in-nederland
https://www.politie.nl/informatie/wanneer-mag-de-politie-geweld-gebruiken.html