Tbs en bijbehorende risico’s
De terbeschikkingstelling, kortweg ‘tbs’ genoemd, staat onder druk. Steeds vaker wordt er in de media aandacht besteed aan tbs’ers die nogmaals de fout in gaan, ook nadat deze maatregel op hen is toegepast. Er is dan ook een negatieve beeldvorming ontstaan rondom de maatregel. Bovendien is er steeds vaker commentaar op het verlof dat hen wordt verleend: “Hoe halen ze het in hun hoofd om die persoon op verlof te sturen?”, is vaak wat er geroepen wordt. Een van de bekendste incidenten met een tbs’er die drastisch de fout is ingegaan op verlof, betreft Wilhelm S. Hij sloeg op de vlucht tijdens het begeleid verlof en doodde tijdens een boottocht een bejaarde man met een asbak en een hamer.[1] Een ander berucht incident is de dood van Anne Faber, die door Michael P. om het leven is gebracht. De emoties lopen inmiddels flink op en de petitie “het falende rechtssysteem” wordt massaal ondertekend.[2]
Is er echter sprake van een falend systeem; hoe gaat alles rondom tbs precies in zijn werk?
De wet
Art. 37a Sr bepaalt dat tbs kan worden opgelegd aan de verdachte, die tijdens het begaan van het strafbare feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens heeft, indien hij een misdrijf begaan heeft waarop vier of meer jaar gevangenisstraf staat (of enkele andere genoemde misdrijven) en wanneer de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, het opleggen van de maatregel vereist. Er hoeft dus geen causaal verband te zijn tussen de stoornis en het strafbare feit. Wel is het van belang, dat er ten tijde van het strafbare feit sprake was van een stoornis: het gelijktijdigheidsvereiste. Daarnaast moet er ook nog een verband zijn tussen de stoornis en het gevaar op recidive. Tbs kan dus alleen worden opgelegd bij risico op herhaling.[3]
Ontoerekeningsvatbaar
Als een verdachte wordt beoordeeld op een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis, wordt er gecheckt of iemand wel toerekeningsvatbaar was ten tijde van het plegen van het strafbare feit. Oftewel, is het iemand toe te rekenen of is het delict volledig gepleegd door de stoornis die iemands gedrag beïnvloedt? Bij volledige ontoerekeningsvatbaarheid, waarbij er dus eigenlijk geen vrije wil meer bestaat en iemand niet meer in staat is rationele afwegingen te maken, wordt iemand gelijk behandeld en wordt er tbs met dwangverpleging opgelegd. Er kan ook nog sprake zijn van verminderde toerekeningsvatbaarheid, het is iemand dan nog wel deels toe te rekenen, echter heeft de stoornis een beperkte invloed gehad op het gepleegde delict. Hierbij wordt vaak eerst gevangenisstraf opgelegd, met als tweede fase een behandeling in een tbs-kliniek.
Om te onderzoeken of iemand ontoerekeningsvatbaar is of niet, worden verdachten vaak zes weken opgenomen in het Pieter Baan Centrum. Dit is de psychiatrische observatiekliniek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. In deze instelling worden de verdachten bestudeerd door gedragsdeskundigen. De rechter kan ook tbs opleggen als een verdachte weigert mee te werken aan het onderzoek. Vaak vertoont een verdachte die niet meewerkt toch bepaald gedrag. De verdachte is zich daar wellicht niet van bewust, maar er kan dus wel een oordeel uitkomen.[4]
Bij Michael P. is de fout gemaakt om geen tbs op te leggen omdat hij weigerde mee te werken aan het persoonlijkheidsonderzoek. In dit geval loonde de weigering dus: hij kreeg alleen gevangenisstraf. Na ongeveer acht jaar kwam hij alweer op vrije voeten: dit is waarschijnlijk hetgeen wat Anne Faber fataal is geworden.[5] Omdat tbs elke keer met twee jaar verlengd kan worden, weigeren veel delinquenten mee te werken aan het onderzoek. Daarnaast is de behandeling in de tbs-kliniek altijd vrijwillig, maar als je niet meewerkt, is de kans erg klein dat je überhaupt nog vrijkomt uit de kliniek. De doelstelling van het behandelen, is het voorkomen van de kans op recidive, zodat de delinquent veilig naar de maatschappij kan terugkeren. Het hoofddoel van de tbs-maatregel is dan ook het beschermen van de maatschappij.
De gedragsdeskundigen
Bij de oplegging van tbs door de rechter, is het van belang dat de verdachte eerst is beoordeeld door een gedragsdeskundige. Er wordt advies uitgebracht door twee gedragsdeskundigen van twee verschillende disciplines: bijvoorbeeld een psychiater en een psycholoog. Onderzoek kan tot verschillende adviezen leiden: wel/geen stoornis; wel/geen behandeling; tbs-maatregel; tbs-maatregel met voorwaarden of andere vormen van ambulante/klinische behandeling.
Maar welke vragen moeten er nou precies beantwoord worden bij het beoordelen van de mentale gesteldheid van een verdachte? Allereerst hebben de vragen die gesteld worden wel een bepaalde richtlijn. Daarnaast moet de deskundige ervoor zorgen dat de beoordeling begrijpelijk is voor juristen.
De volgende vragen moeten worden beantwoord bij de beoordeling:
1.Is onderzochte lijdende aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven?
2. Hoe was dit ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde?
3. Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens onderzochte gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde? Zo ja, op welke manier gebeurde dat?
4. Leidt dit tot het advies om het ten laste gelegde in verminderde mate dan wel geheel niet toe te rekenen? En indien geadviseerd wordt om in verminderde mate toe te rekenen, preciseer dit gedragskundig;
5. Wat is de verwachting dat de betrokkene zal recidiveren? Welke beschermende functies in de persoonlijkheid/functioneren zijn er? Welke contextuele, situatieve of andere condities dienen hierbij in ogenschouw te worden genomen? Is er onderlinge beïnvloeding?
6. Welke aanbevelingen van gedragskundige en van andere aard zijn er te doen voor interventies die het eventuele recidive gevaar kunnen beperken? Binnen welke juridische kaders zouden deze gerealiseerd kunnen worden?[6]
Risicotaxatie
Zoals eerder benoemd zijn er al vaak incidenten geweest ten tijde van het verlof van tbs’ers. Hoe kan men voorspellen dat iemand klaar is voor verlof?
Allereerst is verlof essentieel in het proces van terugkeren naar de maatschappij en dient het verschillende doelen, zoals het oefenen van vaardigheden en het omgaan met verantwoordelijkheden. Er wordt onderzocht wat een patiënt aankan. Daarnaast wordt een risicotaxatie uitgevoerd door een psychiater. Het doel van risicotaxatie is het bepalen van recidiverisico. Hierbij wordt onder andere gekeken naar dynamische factoren en statistische factoren.
Dynamische factoren zijn veranderlijk over tijd. Dit kunnen bijvoorbeeld persoonlijke of situationele factoren zijn. Door middel van interventies kun je deze factoren beïnvloeden. Deze dynamische factoren bieden een voorspelling voor een middellange termijn, juist vanwege het veranderlijke karakter.
Statistische factoren zijn onveranderlijk. Een voorbeeld van een statistische factor is de leeftijd waarop iemand zijn eerste delict heeft gepleegd. Deze factoren geven inzicht in de mate waarin bepaald (crimineel) gedrag bij iemand zou kunnen bijdragen aan het voorspellen van toekomstig crimineel gedrag. Statistische factoren geven een voorspelling op een langere termijn.
Een nadeel van risicotaxatie is dat het nooit waterdicht is. Er zullen altijd valse positieven (iemand is ten onrechte als hoog risico ingeschat) of valse negatieven (iemand is ten onrechte als laag risico ingeschat) bestaan. Voorspellingen ten aanzien van de lage en hoge risicogroepen zijn goed, maar de middengroep is lastiger.
Daarnaast kunnen de methoden die worden gebruikt om de risicotaxatie uit te voeren ook verschillen. Dit kan effect hebben op de beoordeling van het recidiverisico.[7] Bij Michael P. was risicotaxatie toen hij voor het eerst in beeld kwam bij justitie erg lastig, omdat hij weigerde om mee te werken.[8]
Tevens kan hoe iemand reageert natuurlijk afhangen van de situatie, dat valt helaas nooit helemaal goed te voorspellen.
Geen enkel systeem is waterdicht en zonder risico. Een risicoloze samenleving bestaat niet. Hoewel tbs vaak in negatief daglicht staat in de media loont tbs wel degelijk. Ex-tbs’ers recidiveren minder vaak dan ex-gedetineerden die een gevangenisstraf hebben uitgezeten.[9] Wel is het van belang om methoden voor risicotaxatie te blijven innoveren. Daarnaast is het van belang dat iedereen zo scherp mogelijk blijft, zowel juristen als psychiaters en psychologen. Een geval zoals Michael P. willen we er immers niet nog een keer doorheen laten glippen.
[1] ttps://eenvandaag.avrotros.nl/item/dit-zijn-de-feiten-over-tbsers-met-verlof/
[2] https://www.ad.nl/binnenland/deskundigen-over-tbs-we-kunnen-niet-rechtspreken-vanuit-onderbuik~a5f0b41c/
[3] Raes, B.C.M., & Bakker, F.A.M. (2016). De psychiatrie in het Nederlandse recht.
[4] Raes, B.C.M., & Bakker, F.A.M. (2016). De psychiatrie in het Nederlandse recht.
[5] https://www.ad.nl/binnenland/deskundigen-over-tbs-we-kunnen-niet-rechtspreken-vanuit-onderbuik~a5f0b41c/
[6] Raes, B.C.M., & Bakker, F.A.M. (2016). De psychiatrie in het Nederlandse recht.
[7] Raes, B.C.M., & Bakker, F.A.M. (2016). De psychiatrie in het Nederlandse recht.
[8] https://www.ad.nl/binnenland/deskundigen-over-tbs-we-kunnen-niet-rechtspreken-vanuit-onderbuik~a5f0b41c/
[9] https://www.ad.nl/binnenland/deskundigen-over-tbs-we-kunnen-niet-rechtspreken-vanuit-onderbuik~a5f0b41c/